Glycemische index (GI)

Glycemische index (GI), heeft weinig calorieën in combinatie met weinig calorieën

Glycemische index: Voeding met lage GI

De glycemische index (GI) is een maat om aan te geven hoe snel koolhydraten in de darm worden verteerd en als glucose in het bloed worden opgenomen.

Producten met een hoge GI zijn bijvoorbeeld gebakken aardappelen, brood, cornflakes en popcorn. Pasta, peulvruchten en fruit vallen onder producten met een lage GI. De GI van een product kan variëren. Zo verandert de GI van een product door de manier waarop het wordt klaargemaakt. Artikel bevat Wetenschappelijk literatuur

Door een voeding met een lage GI lijkt het risico op chronische ziekten iets verminderd.

Het GI-dieet of het laag glycemische index dieet is een afvaldieet, gebaseerd op de theorie dat het eten en drinken van voedingsmiddelen met een lage glycemische index (GI) langer een gevoel van verzadiging geven, waardoor er minder gegeten wordt.

De GI is een maat voor de snelheid waarmee het bloedsuikergehalte stijgt na het eten van koolhydraten. Koolhydraten met een hoge GI zouden moeten worden vermeden, terwijl koolhydraten met een lage GI worden geadviseerd. Diëten met een lage GI zorgen niet voor meer gewichtsverlies dan andere diëten om af te vallen.

Omschrijving

De glycemische index (GI) geeft een inschatting voor de snelheid waarmee de bloedsuikerspiegel stijgt als iemand koolhydraten heeft gegeten. Koolhydraten die snel worden afgebroken tijdens de spijsvertering en hun glucose snel afgeven in de bloedbaan hebben een hoge glycemische index, terwijl koolhydraten die langzaam afbreken en hun glucose geleidelijk aan het bloed afgeven een lage glycemische index hebben.

Als 2 producten worden gegeten waarin evenveel koolhydraten zitten, kan bij het ene product sneller meer glucose in het bloed komen dan bij het andere. De zogenaamde glycemische respons verschilt. Daarom wordt ook wel gesproken over "snelle" en "langzame" koolhydraten.

Glycemische index bepalen

De GI van een product wordt als volgt bepaald: De stijging van het bloedsuikergehalte na het eten van 50 gram koolhydraten van een product (A) wordt vergeleken met de stijging van bloedsuikergehalte na het eten van witbrood of glucose (B) door dezelfde persoon. De stijging van het bloedsuikergehalte wordt gedurende 2 uur gevolgd. Vervolgens worden de metingen van A en B met elkaar vergeleken. De verhouding tussen deze 2 metingen bepaalt de GI-waarde ((A/B)*100). De GI van glucose is 100.

Bij eten met een hoge GI ligt de GI rond de 70 of hoger. Een lage GI is een GI van minder dan 55.

Van elk product kan de GI worden bepaald, maar hoe hoog die waarde is hangt van vele factoren af, zoals:

  • de bereidingswijze: de GI van gekookte aardappelen is 78, maar die van frites en gebakken aardappelen ongeveer 85.
  • hoe lang een product wordt gekookt of gebakken.
  • op welke temperatuur het wordt klaargemaakt.
  • bij fruit hoever het gerijpt is.
  • de snelheid waarmee iemands maag leeg raakt.
  • de snelheid van de darmwerking.

Daarnaast eten mensen combinaties van voedingsmiddelen en deze bevatten niet alleen koolhydraten, maar ook bijvoorbeeld vet. Ook dat heeft weer invloed op de GI. De GI van een maaltijd kan hierdoor anders uitpakken dan van losse producten. Om toch een inschatting te maken wordt een gewogen gemiddelde genomen van de GI van alle producten waaruit de maaltijd bestaat.

Indeling van producten naar glycemische index

Over het algemeen worden voedingsmiddelen ingedeeld in de volgende categorieën:

  • Lage glycemische index (minder dan 55): onder andere peulvruchten, pasta, zuivel, bepaalde soorten fruit als appels en sinaasappels.
  • Matige glycemische index (tussen de 55 en 70): onder andere couscous, muesli, bepaalde soorten fruit als mango en ananas.
  • Hoge glycemische index (meer dan 70): onder andere aardappelen, wit, bruin en volkoren tarwebrood, bewerkte graanproducten, rijst.

Deze indeling is gebaseerd op Australische en Noord-Amerikaanse gegevens. De samenstelling van volkorenbrood in deze landen wijkt af van de Nederlandse. Doordat de samenstelling anders is kan de GI verschillen, maar dat is nooit goed onderzocht.

Glycemische last

Omdat de GI uitgaat van gemiddelden bij blootstelling aan 50 gram van een bepaald voedingsmiddel is het lastig om deze maat praktisch toe te passen. Daarom kan ook gebruik worden gemaakt van de glycemische last (GL), in het Engels glycemic loadâ.
Bij de glycemische last wordt zowel rekening gehouden met de hoeveelheid koolhydraten in een product als hoeveel iemand van een product eet. De GL is als volgt te berekenen: GL=(hoeveelheid koolhydraat in een portie * GI)/100. Een hoge glycemische last is groter of gelijk aan 20; een lage GL is kleiner of gelijk aan 10.

Ook de GL kan worden ingeschat voor een maaltijd of complete voeding door het gemiddelde van de GI van alle onderdelen van de maaltijd te vermenigvuldigen met de totale hoeveelheid koolhydraten in de maaltijd/voeding.

 Koolhydraat (g/100g)  GIPortie (gram) GL
Wit tarwebrood 48 75 35 13
Volkoren tarwebrood 39 74 35 10
Banaan 20 51 120 12
Appel 13 36 120  6
Aardappel gekookt 17 78 200 27
Aardappel gefrituurd 20 85 200 34
 
Bronnen: GI: International tables of glycemic index and glycemic load values: 2002. Atkinson et al, Diabetes Care, 2008. Koolhydraatwaarden: NEVO 2011.

Zoals te zien in de tabel bij volkorenbrood kan een product kan een hoge GI hebben, maar een lage GL. Dat is het geval als de hoeveelheid koolhydraten per portie van het product klein is. Producten met een lage GI hebben wel altijd een lage GL.

GI en GL waarden op internet

Op websites zijn tabellen te vinden met GI- en GL-waardes. Deze waarden kunnen overigens onderling verschillen, omdat wetenschappers het niet helemaal eens zijn over hoe de berekeningen en definities gebruikt moeten worden.

Gezondheidseffecten

Voorkomen van ziekten

Het concept van glycemische index is onderzocht in relatie tot het voorkomen van overgewicht, diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. Er worden bepaalde verbanden gevonden, maar er is ook nog veel onduidelijk over de precieze rol van de glycemische index ter voorkoming van ziekten. De glycemische index en glycemische belasting van een voeding worden namelijk niet alleen bepaald door de hoeveelheid en type koolhydraten in een voeding, ze zijn ook afhankelijk van bijvoorbeeld de hoeveelheid vezel in een voeding. De effecten van de glycemische index zouden verklaard kunnen worden door effecten van bijvoorbeeld vezels en volkoren producten. Wat er precies is toe te schrijven aan de glycemische index is dus nog onduidelijk. Bovendien is het toepassen van de glycemische index in een voeding complex, omdat veel meer factoren dan de GI van een voedingsmiddel uiteindelijk de glycemische last van een maaltijd bepalen.

Wetenschappelijke studies laten zien dat in mensen die een voeding met een lagere glycemische index nemen het gewicht iets afneemt. Dit effect is minimaal. Ook lijkt het erop dat het eten van producten met een lagere glycemische index of last de kans op diabetes type 2 wat verkleint. Bij vrouwen verlaagt het ook de kans op bepaalde hart- en vaatziekten. Bij mannen is dat effect niet gevonden. Wel is bij mannen én vrouwen gevonden dat het LDL-cholesterol iets verlaagt wanneer ze voeding nemen met een lagere GI in combinatie met een hoge inname van vezel. Bij een gelijkblijvende hoeveelheid vezel blijft dit effect echter uit.

Behandeling bij diabetes type 1 en 2

Mogelijk kan een verlaging van de glycemische index en/of glycemische last bij mensen met diabetes type 1 en type 2 helpen in de behandeling. Dit geldt dan vooral bij mensen met verhoogde bloedglucosewaarden, maar hier is meer onderzoek naar nodig.

Artikel bevat Wetenschappelijk literatuur

Glycemic Index, Glycemic Load and Cancer Risk: An Updated Meta-Analysis

Supplementary Material Manuscript: “Glycemic index, glycemic load and cancer risk: an updated meta-analysis” PDF